LES 1 - WAT GAAN WE LEREN?

BENODIGDHEDEN

KIJKVRAGEN

Welke basisvormen herken je bij deze karakters?

En welke vormen zie je in deze foto’s?

Een basisvorm met hulplijnen helpt om dierengezichten te tekenen! 

TECHNIEK: SCHETSEN EN OVERTREKKEN

Eerst maak je een lichte schets met potlood. 

Daarna trek je die over met pen, en gum je de schets uit!

OPDRACHT 1: DE BASIS

10 MINUTEN

Kies een dier, en zoek er een plaatje van op.

 Bijvoorbeeld een konijn, beer, aap, vos, kip, krokodil, olifant, kat, hond, leeuw, paard, muis, schaap, panda, koala of flamingo. 

Je mag ook het voorbeeld van een bever natekenen!

TEKENTIP

Hoe lager je de middelste hulplijn tekent, hoe jonger je personage lijkt!

TEKENTIP

Druk niet te hard op het papier als je schetst, 

zodat je de hulplijnen later makkelijk kunt uitgummen!

EVALUATIERONDE

Kijk bij je klasgenoten.

Van welk dier wordt jij vrolijk? En van welk dier bang?

Heeft iemand op een manier getekend die jij ook wil proberen?

OPDRACHT 2: AANGEZICHT

10 MINUTEN

Teken nu een dier dat naar links, rechts, boven of beneden kijkt. 

Hiervoor buig je de hulplijnen. Met een ballon kun je een kijkvoorbeeld maken!

VOORBEELDEN KLAAROPDRACHT

In plaats van een cirkel, kun je ook een andere  vorm als basisvorm kiezen.

Bijvoorbeeld een vierkant, ovaal, halve cirkel of peer!

.











.

KLAAROPDRACHT

Teken je dier met een andere basisvorm!

Probeer de stappen uit opdracht 1 toe te passen op een zelfgekozen vorm.

s

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt.

Contact us: 044 25 40 40

Mail us: theqi21@qode.com